Dit 5W-babbelspel kan o.a. gebruikt worden bij kennismaking, groepsvorming, individuele gesprekjes met kinderen of als onderdeel van de SEO (Sociaal Emotionele Ontwikkeling).
Maar ook tijdens de Gouden Weken,  de Zilveren Weken, bij een methode sociale vaardigheden kan dit spel worden ingezet.

Bij het gebruiken van dit babbelspel wordt er ook een beroep gedaan op executieve functies; samen kunnen werken en spelen, vertrouwen hebben in elkaar en in jezelf, kunnen luisteren naar een ander, je beurt afwachten en lol hebben in leren en vooral veel plezier hebben met elkaar.

🎈De reden waarom er geen specifieke 'Waarom'-kaartjes aan dit babbelspel toegevoegd zijn.
De vraag op de babbelkaartjes hoeft niet bij alleen een antwoord op de vraag te blijven, maar kan een vervolg krijgen met een waarom-vraag d.m.v. doorvragen bij een Wie, Wat, Waar, Wanneer/ Welk(e)-babbelkaartje.
Vandaar dus dat 'Waarom-kaartjes' niet bij dit Babbelspel zitten.

Het 5x W-babbelspel bestaat uit babbelkaartjes met de volgende categorieën:
Wie - vragen: vb. Wie heb jij gisteren een complimentje gegeven?
Wat - vragen: vb. Wat zijn 5 leukste dingen aan 'jou zijn'?
Waar - vragen: vb. Waar zou jij een superster in willen zijn?
Wanneer - vragen: vb. Wanneer heb je iets meegemaakt dat je best wel spannend vond?
Welk(e) - vragen: vb. Welk talent zou je graag willen hebben?
De reden dat ik de laatste categorie (wanneer/ welk(e)) gesplitst heb, komt omdat 'wanneer'-vragen, vragen zijn naar een bepaalde tijd. Wanneer heb je voor het laatst...? Wanneer ben je met....?  Terug in je herinnering om antwoord te kunnen geven op de vraag.  Soms weet je gewoon niet meer wanneer iets precies was. Daarom gaan de 'wanneer-vragen' bij dit Babbelspel niet om de specifieke dag, het tijdstip o.i.d., maar meer ook om de omstandigheden waarin je je bevindt om iets wel of niet te doen.

Vb. Wanneer is een dag voor jou een TOPdag? Als de zon schijnt en ik gezellig gespeeld heb met...., etc.

 of  Wanneer heb je je vader of moeder voor het laatst verrast met een tekening?
Het antwoord zou kunnen zijn: "met een verjaardag" of "voor vader-/moederdag."
Het antwoord zou ook kunnen zijn:"De dag weet ik niet meer precies, maar ik heb een keer een tekening van een bos bloemen gemaakt en die aan mijn mama gegeven. Ze vond dat heel leuk."

En ook heel eerlijk gezegd (en hierbij geschreven😉) vond ik het best lastig om 11 x 4 'wanneer-vragen' te bedenken.
Vandaar dus dat ik de laatste categorie (wanneer/ welk(e)) gesplitst heb in 5 x 4 'wanneer-vragen' en 6 x 4 'welk(e)-vragen'.

Er zijn in totaal 176 babbelkaartjes; van iedere categorie 44.

Zeer uitgebreid dus en de kans dat je twee keer dezelfde vragen krijgt, wordt daardoor aanzienlijk verkleind😉

🎈🎈🎈Uiteraard kun je niet al deze babbelkaartjes gedurende een spelronde gebruiken. Is niet de bedoeling en moet je ook gewoon niet willen.

Persoonlijk zou ik eerst van iedere W 5 tot 10 kaartjes uitprinten en lamineren.

Anders ben je te lang bezig om alles geprint en gelamineerd te krijgen. Laat staan dat je het spel nog wilt spelen met de kinderen😊

De hoeveelheid van de kaartjes moet voor jou niet teveel werk zijn om gebruiken met de kinderen.
- Kies om te beginnen van iedere categorie 5 tot 10 babbelkaartjes.
- Daarna kies je waarvan je gebruik wil maken; dobbelsteen, spelbord of draaischijf.
- Gooi met de kleurendobbelsteen; de kleur die bovenop komt, daarvan pak je een kaartje. Lees je voor, laat je voorlezen,...
Het vraagteken; hierbij maak je zelf een keuze van een babbelkaartje.
- Spelbord: kan met een klein groepje; 4 tot max 6.
Aantal spelrondes of de speeltijd spreek je van tevoren af.
- Draaischijf; draai aan de bovenkant. De kleur die open komt te liggen, geeft de kleur van het kaartje aan.
👄Voor alle spelmogelijkheden geldt: De persoon die aan de beurt is, kan zelf antwoord geven op de vraag óf hij geeft de vraag door aan de speler links van hem/ haar. Deze beantwoordt de vraag en is dan aan de beurt.

Gedurende het spel mag je max. 2x een babbelkaartje doorgeven aan de speler links van je.

👄 Kaartjes die 'gebabbeld' zijn:

- apart leggen van het spel (aflegstapel)
- bij de speler laten liggen die het Babbelkaartje gebabbeld heeft

🎈Bij dit Babbelspel kun je ervoor kiezen om er een wedstrijdelement in te bouwen. Ja maar, hoe dan?

- als je de Babbelkaartjes bij desbetreffende speler laat liggen; hoeveelheid kaartjes.
Degene die de meeste Babbelkaartjes heeft, heeft gewonnen.

- idem als hierboven, maar dan een kleur afspreken.
Wie de meeste rode Babbelkaartjes heeft (of blauw, of groen, of geel) heeft gewonnen.

- de speler die als 1e van ieder Babbelkaartje één kaartje heeft (of twee, of drie), heeft gewonnen.
Dus heb je als eerste een rood, blauw, geel én groen kaartje, dan heb je gewonnen.

🎈Dit Babbelspel gebruiken i.c.m. Twister
- je legt een klein stapeltje babbelkaartjes (met de vraag naar beneden) op de overeenkomstige kleuren op de mat.
Draai aan het Twisterrad. De kleur die de pijl aangeeft; een speler pakt van desbetreffende kleur een kaartje. Leest dit voor en beantwoordt de vraag.

- geen geen Babbelkaartjes op de Twistermat, maar Twister spelen. Kom je met je hand op een kleur van de Twistermat, dan krijg je een dienovereenkomstig Babbelkaartje.

Tips wat het bijbehorende spelbord en de draaischijf bij het Babbelspel betreft:

🎈De bijbehorende draaischijf werkt het prettigst (wat draaien betreft) als deze wordt afgedrukt op wat dikker papier, 120 - 160 gr.
Om er langer gebruik van te maken, kun je er zelfs voor kiezen om eerst beide onderdelen af te drukken, uit te knippen en te lamineren vóór je in het midden een splitpen plaatst.
🎈 Het bijbehorende spelbord is gemaakt op A3-formaat. Ook hiervoor geldt hetzelfde; evt. afdrukken op wat dikker papier en lamineren.
Bij het bordspel dien je zelf te zorgen voor een gewone dobbelsteen en spelpionnen/ fiches.