Emoties en gevoelens
We kennen ze allemaal emoties. We voelen ook de hele dag door.
Het is normaal dat we op een dag verschillende emoties en daarbij horende gevoelens ervaren. Dat is niet goed, dat is niet fout; emoties en gevoelens horen erbij.
Bij kinderen kunnen emoties soms heel snel wisselen. Zo kunnen ze het ene moment heel erg vrolijk zijn en het andere moment heel verdrietig ('Jantje lacht en Jantje huilt')
Bij kinderen kan het gedrag wat uit een emotie voortvloeit, voor volwassenen erg 'over de top' overkomen. Het is normaal dat kinderen meer moeite hebben om hun emoties onder controle te houden. Dat komt omdat het gebied in de hersenen, dat emoties reguleert, pas rijp is in de leeftijd van 25 jaar. Pas dan zijn de hersenen helemaal volgroeid om emoties onder controle te houden (uitzonderingen daargelaten😉)
Jong geleerd...
De manier waarop je met je emoties omgaat, zegt veel over jezelf.
De emotionele ontwikkeling is een onlosmakelijk deel van je algehele ontwikkeling.
Als je begrijpt en accepteert wat je voelt, is het makkelijker om jezelf te kunnen zijn. Dat geldt voor jou, maar zeer zeker ook voor kinderen.
Voor de ontwikkeling van een kind is het daarom van belang om het al vanaf heel jonge leeftijd om te leren gaan met emoties (en het uiten hiervan) en hoe de omgeving hierop reageert.
Vb. Wordt een kind boos, omdat het z'n zin niet krijgt, dan kun je op de volgende manieren reageren:
- je houdt standvastig vol door het kind z'n zin niet te geven. Als een kind wat ouder is, kun je zelfs uitleggen waarom het z'n zin niet krijgt. - kind geeft z'n boosheid op een gegeven moment op en zal in de toekomst op een andere manier met zijn boosheid omgaan als het z'n zin niet krijgt.
- na een tijdje (en nog steeds een boos kind) geef je het kind toch z'n zin - het is het kind gelukt om tóch z'n zin te krijgen. Het kind zal z'n boosheid vaker gebruiken om te krijgen wat/ hoe hij (iets) wil. Boosheid wordt dan een machtsmiddel.
Een kind voelt emoties van ouders/ volwassenen haarfijn aan en leert via de ouders hoe het op situaties hoort te reageren. Met opvoeden gaat het niet alleen om wat je doet en wat je zegt, maar dus ook nog eens over wat je voelt. Hoe beter je doorhebt hoe emoties werken, hoe beter je je kind hierbij kunt begeleiden.
Verschil tussen emoties en gevoelens
Een emotie
is een innerlijke beleving of gemoedsbeweging zoals
vreugde,
angst,
boosheid,
verdriet en kan door een situatie of gebeurtenis worden opgeroepen. Gevoelens kunnen ook spontaan opkomen.
Een emotie is in feite de reactie van je lichaam op jouw denken of iets wat er in je hoofd gebeurt. Jouw hoofd bepaalt dus of er emoties ontstaan en zo ja, welke. Je lichaam reageert direct op je denken met één van de basisemoties.
Je wordt bang, boos of bedroefd of ervaart één van de vele hiervan afgeleide emoties.
Emoties zijn
subjectieve belevingen en gaan samen met lichamelijke reacties,
gelaatsuitdrukkingen en
gedrag.
Dit komt zowel bij
mensen als
dieren vrijwel automatisch tot uiting in een bepaald patroon van gedrag zoals vluchten of toenadering en
fysiologische reacties.
Het gevoel
kan dan gezien worden als een speciale uiting of vorm van emoties die typisch is voor mensen, namelijk de bewuste beleving, of mentale reflectie van een emotie. Een gevoel zit in je lichaam en hoeft geen aanwijsbare oorzaak te hebben.
Gevoelens komen voort uit onze interpretatie van gebeurtenissen en sensaties. Om een gevoel te hebben, is het noodzakelijk om na te denken over wat er is gebeurd (de emotie inschatten), na te denken over hoe we ons gedroegen, en er dus psychologisch dieper op in te gaan.
In feite is het voornaamste verschil tussen emoties en gevoelens dus dat een gevoel beetje bij beetje ontstaat.
Het kan zelfs veranderen en dagen, weken, maanden of misschien jaren aanwezig zijn.
Herinneringen, een bepaalde plaats, een gebeurtenis, een geur kunnen je weer datzelfde gevoel geven als destijds.
Emoties van wezenlijke betekenis
Je kunt zelfs niet zonder emoties. Emoties maken je namelijk attent op jouw behoeften en vormen een essentieel onderdeel in het contact maken met anderen.
Bovendien zijn ze dé belangrijkste drijfveer voor gedrag.
Emoties brengen je in beweging – naar bepaalde dingen toe en van andere dingen weg. Emoties uiten zich in je geest via een gemoedstoestand. Daarnaast uiten ze zich in je lijf.
Lijfelijk zijn emoties een lading van energie die zich in het lijf opbouwen en die zich, als het natuurlijk verloop de kans krijgt, ook weer ontladen.
Emoties zijn dus letterlijk e-moties; bewegingen naar buiten. Ze geven uitdrukking (expressie) aan wat er in jou leeft.
Alle emoties die wij als mens kunnen ervaren zijn te herleiden tot onze 4 basisemoties. De basisemoties zijn de 4 B’s: Blijheid, Boosheid, Bangheid en Bedroefdheid. Vaak wordt er aan deze 4 nog een 5de toegevoegd: ‘Body’. Deze term wordt gebruikt voor alle lichamelijke emoties of gevoelens die mensen los van de vier psychologische basisemoties kunnen ervaren.
Er zijn vier basisemoties: boos, bang, blij en bedroefd. Deze emoties worden al heel vroeg in je leven ontwikkeld en blijven gedurende je leven dan ook hetzelfde. Deze vier zijn ook te omschrijven als woede, angst, vreugde en verdriet. Voor sommigen voelen deze laatste vier woorden al heel anders, wellicht zelfs als een overtreffende trap terwijl de woorden hetzelfde betekenen.
Naast deze vier basisemoties zijn er nog vier emoties die voor veel mensen hetzelfde zijn, namelijk: verrast (of verbaast), afschuw (of walging), schaamte en liefde.
Emotie is een ander woord voor ‘gevoel’. In het dagelijks taalgebruik kun je mensen begrippen als gevoel en denken door elkaar horen gebruiken. Wanneer je een ander vraagt hoe hij of zij zich voelt, zou het antwoord kunnen zijn: ik denk dat hij me niet leuk vindt. Of: hij luistert gewoon niet naar me!
Maar dat zijn geen gevoelens. Dat zijn de gedachten die de gevoelens waar op wordt gedoeld, uitlokten.
Of het gedrag dat bij het gevoel hoort. Heel wat mensen vinden het lastig om woorden te vinden voor hun gevoelens.
Basis emoties
Er zijn een flink aantal gevoelens die vrijwel allemaal terug te voeren zijn op vier basisemoties (al is daar nog wel wat discussie over onder psychologen).
We noemen deze vier basisgevoelens voor het gemak: de vier b’s. Hoe vind je nu woorden voor de gevoelens die in jouw specifieke situatie gelden?
Als gevolg van verschillende gedachten die je over een bepaalde gebeurtenis kunt hebben, kan iets beangstigend en tegelijk een uitdaging zijn.
Je zou emoties kunnen vergelijken met primaire kleuren: geel, blauw, en rood. Deze kleuren zijn helder en duidelijk, maar in het dagelijks leven zien we vaak mengkleuren: oranje, groen, bruin. Zo is het ook met emoties: door de mate en situatie waarin emoties spelen te variëren, ontstaan verschillen
Eerder opgedane ervaringen, gevoel van vertrouwen, en steun die je uit je omgeving ontvangt, zijn allemaal factoren die daarin ook een rol spelen.
Emoties geven belangrijke signalen over iemands waarden en grenzen, maar ook over iemands passies of sociale gevoeligheid. Daarom is het zo waardevol te ontdekken welke emoties je ervaart in welke situatie. Ze helpen je te ontdekken wat voor jou belangrijk is, in relaties, in werk. Ze zeggen iets over wie je bent.
Universeel zijn er 8 basisemoties.
Deze emoties komen in elke cultuur voor en zijn op dezelfde manier waarneembaar.
Alle nuances die wij emoties noemen zijn terug te herleiden tot deze basisemoties.
Woede: furie, verontwaardiging, wrok, toorn, wrevel, verbolgenheid, ergernis, bitterheid, irritatie, vijandigheid, – in pathologische vorm: haat (wat kan leiden tot gewelddadigheid)
Verdriet: smart, rouw, vreugdeloosheid, zwaarmoedigheid, melancholie, zelfmedelijden, eenzaamheid, bedroefdheid, wanhoop – in pathologische vorm: depressie
Angst: bezorgdheid, ongerustheid, nervositeit, zorg, wantrouwen (kan leiden tot jaloezie), zenuwachtigheid, schrik – in pathologische vorm: fobie en paniek
Liefde: acceptatie, vriendelijkheid, vertrouwen, aardigheid, toewijding, verliefdheid – in pathologische vorm: adoratie
Vreugde: geluk, plezier, opluchting, tevredenheid, vervoering, verrukking, geamuseerdheid, trots, sensueel genot, extase, voldoening, beloning, euforie – in pathologische vorm: manie
Walging: minachting, ontzetting, verachting, misprijzen, verafschuwing, aversie, afkeer, weerzin
Verrassing/verbazing: schok, verbijstering, verwondering
Schaamte: schuldgevoel, verlegenheid, teleurstelling, wroeging, vernedering, spijt, gene, berouw
🎈 Links & materiaal