Breuken bingo
Breukenbingo
Op het moment dat ik in mijn groep het woordje ‘breuken’ laat vallen, schieten er al veel kinderen meteen in de stress. “Juf, dat is hartstikke moeilijk.” Of “Juf, mijn zus heeft mij al uitgelegd wat ‘breuken’ zijn, maar ik snap er nog helemaal niets van.”
Werken met breuken wil zeggen dat je rekent met 1 iets, dat in gelijke stukken wordt gebroken. Ik had dan een koffiekopje dat ik liet zien en kapot liet vallen. Weliswaar krijg je dan niet gelijke stukken, maar kinderen zien wel meteen dat 1 kopje in meerdere stukken is gebroken.
Je hebt te maken met de teller: dit is het aantal stukken en met de noemer: de naam van de breuk.
Als je vervolgens de breuk opschrijft 1/3 wil dit zeggen 1 stukje van de 3.
In een tekening ziet het plaatje er dan uit al een cirkel die in 3 gelijke stukken is verdeeld, waarvan er 1 stukje gekleurd is.
Met breukenbingo leer je niet alleen een breuk te herkennen, maar moet je ook kunnen vereenvoudigen.
Op het moment dat je breukenbingo in je groep inzet, maar kinderen kunnen nog niet vereenvoudigen, kun je deze antwoorden ook op het bord schrijven.
Op deze manier leren kinderen ook, dat bijv. 2/5e hetzelfde is als 4/10e of 6/15e of….
Een ander idee, waarbij je alleen de breukenkaartjes gebruikt:
Je legt de breukenkaartjes op een stapeltje, met de breuk naar beneden. Pak de bovenste van het stapeltje en vertel welke breuk op het kaartje staat.
*Vragen die je kunt stellen:
- kun je deze breuk vereenvoudigen?
Zo ja, hoe vereenvoudig je en wat wordt de breuk dan?
* Opdracht: teken de breuk
🎈Je ontvangt:
- 10 breuken bingokaarten
- 48 breukenkaartjes; hierop staat de breuk geschreven