Woordsoortenkaartjes á la Triviant📝

Taal verkennen, zinsontleding, woordsoorten kunnen benoemen.

Met deze Woordsoorten á la Triviant oefen je bij deel 1:

* werkwoorden

* Zelfstandige naamwoorden

* Bijvoeglijke naamwoorden
* Lidwoorden
* Voorzetsels
* Voegwoord

Met deel 2 oefen je:

* Werkwoorden
* Zelfstandige naamwoorden

* Persoonlijke voornaamwoorden
* Aanwijzende voornaamwoorden

* Bezittelijke voornaamwoorden
* Telwoorden

Bij zowel deel 1 als deel 2 staat beschreven wat de desbetreffende woordsoorten betekenen. Hierbij staan ook voorbeelden vermeld.

Handleiding   
Leuk natuurlijk, deze Woordsoortenkaartjes á la Triviant, maar hoe zit het ook alweer met de spelregels van Triviant?
Hoe gebruik je de draaischijf of de kleurendobbelsteen bij deze kaartjes?

Om te beginnen leg je de draaischijf en/of kleurendobbelsteen op tafel neer, in het midden tussen de spelers.
De Woordsoortenkaartjes liggen op een stapeltje naast de draaischijf en/of kleurendobbelsteen. De kaartjes liggen zo, dat de vragen naar boven liggen. 🎈Beter is echter om ze in een bakje/ doosje neer te kunnen zetten, zodat je van tevoren de vragen niet al kunt zien.
Als je met een grote groep gaat spelen dan kun je eventueel ervoor kiezen om tweetallen te maken. De twee spelers die samen doen, mogen dan overleggen over de antwoorden die ze geven.

Nu ga je bepalen wie als eerste mag beginnen. Dat kan door het gooien van een gewone dobbelsteen, door een naamkaartje te trekken of een ijslollystokje waar een naam op staat, etc.
De speler die mag beginnen, gooit met de kleurendobbelsteen of draait aan de pijl van de draaischijf. 
De kleur van het vakje van de draaischijf en/of de kleur van de kleurendobbelsteen die wordt gegooid, is de kleur van de vraag die hij krijgt.

De vraag wordt door een andere speler voorgelezen. Als het goede antwoord wordt gegeven, dan krijg je als speler/ tweetal/ of als team een punt.
Als een vraag fout wordt beantwoord, is de beurt voorbij.

Om te weten of een antwoord goed is of niet, kun je gebruikmaken van het antwoord op de achterkant van de Woordsoortenkaartjes.
Wanneer het antwoord fout is, mag het juiste antwoord niet worden gegeven.
Gebruikte vragenkaarten gaan weer onderop de stapel of achteraan in het bakje/ doosje.
- Je kunt van tevoren een tijd afspreken hoe lang je wilt spelen.
Degene die na die tijd de meeste punten heeft, heeft gewonnen.
- Degene die als eerste 10 punten (vb.) heeft, heeft gewonnen.
- Degene die als eerste van iedere kleur een vraag goed heeft beantwoord, heeft gewonnen.

Je kunt deze kaartjes klassikaal inzetten, door zelf met de kleurendobbelsteen te gooien of de draaischijf te gebruiken. Je leest de vraag voor en de kinderen schrijven (evt. in desbetreffende kleur) het antwoord op. Een antwoord kan ook op een wisbordje worden geschreven.
In tweetallen laten 'werken' of in een team (groepje van 4).

🎈Tip: voor de stevigheid is het beter om de draaischijf af te drukken op dikker papier, 120 - 160 gr. Dit dikkere papier (en evt. daarna lamineren) zorgt ervoor dat de bovenkant makkelijker draait.